Geschiedenis van de Labradoodle
De Labradoodle is op de keper beschouwd een designerhond, een kruising tussen twee
rassen. Wally Conron, fokker voor het toenmalige Australisch Blindengeleidehond Opleidings
Instituut fokte in 1989 voor het eerst de kruising Labrador en Koningspoedel. Hij
wilde het graag voor je willen werken,“will to please” en de vachteigenschappen van
de Poedel combineren. Wally Conron noemde deze kruising Labradoodle. Hoewel geen
van deze nakomelingen helemaal allergievriendelijk bleek te zijn, werden allen succesvol
opgeleid. Toch hield het Blindengeleide instituut er mee op, omdat deze kruising
toch vaak onhandelbaar en moeilijk te trainen bleken. De Labradoodle is dus het resultaat
van een bewuste kruising tussen een Labrador en een Poedel teneinde een allergievriendelijke
hond te fokken die gebruikt kon worden als blindengeleidehond. Het in de media breed
uitgemeten succes van Wally Conron maakte dat de Labradoodle in een klap een veel
gevraagde huishond werd.
Twee Australische fokkers, Rutland Manor en Tegan Park,
besloten met een select aantal nakomelingen van de honden van Wally Conron verder
te fokken. Na een aantal jaren van selectief fokken én het inkruisen van verschillende
rassen, zoals de Ierse Water Spaniël, de Engelse en Amerikaanse Cocker Spaniël had
men een zachtaardige vriendelijke hond gefokt die uitermate geschikt bleek als gezinshond
en die heel goed op te leiden was tot hulphond.
Om de allergievriendelijkheid genetisch
te verstevigen werd er regelmatig terug gefokt op een Poedel. Beide fokkers, die
algemeen erkend worden als de co-founders van de Australian Labradoodle noemden hun
gefokte honden Australian Labradoodles. In sommige foklijnen werd door Rutland Manor
ook de Soft Coated Wheaten ingefokt, die niet alleen een onderhoudsvriendelijke vacht
gebracht heeft maar ook de allergievriendelijkheid heeft versterkt.
De Australian Labradoodle
De Australian Labradoodle is een vrolijke, energieke hond. Gemakkelijk
te trainen, maar die training is ook zeker aan te raden. Ze zijn zachtaardig, lief
voor mens en dier.Hij heeft een intuïtief karakter, dwz. hij voelt onmiddellijk de
stemming en de situatie aan van de persoon bij wie hij in de buurt is en daardoor
past hij zich vanzelf bij aan. Ze zijn rustig in huis. De Australian Labradoodle
heeft een vriendelijk, sociaal karakter en een allergie vriendelijke vacht, die geen
rui-periode kent. Kortom; de Australian Labradoodle is een ideale familiehond en
niet alleen voor mensen met een allergie voor honden.
De Australian Labradoodle heeft
een atletisch, gracieus en compact voorkomen en beweegt zich erg gemakkelijk.
Een
Australian Labradoodle is erg graag in het gezelschap van mensen, maar kan ook goed
een paar uur alleen zijn. De Australian Labradoodle is niet geschikt om buiten te
houden.
Rasstandaard van de Labradoodle
Lichaamsbouw
De Australian Labradoodle is een atletische, goed gespierde, compacte
hond, een in verhouding (door het vele haar) grote kop met een lichte stop, de staart
is sabelvormig en wordt vrolijk gedragen en beweegt voortdurend zoals bij een Labrador
Maten
Je hebt Australian Labradoodles in 3 maten;
Miniatuur; 35-43 cm. Gewicht; 7-13 kilo
Medium; 43-53 cm. Gewicht; 13- 23 kilo
Standaard; 53-63 cm. Gewicht 23-30 kilo.
De vacht
De vacht van een Australian Labradoodle hoort niet te verharen, geeft geen typische
hondengeur af en zou geen allergische reacties moeten geven. De wolvacht. Deze vacht
lijkt wat op de vacht van een poedel, maar dan wat losser. Een labradoodle met een
wolvacht kun je knippen of scheren. De fleecevacht. Deze vacht is duidelijk opener
dan de wolvacht. Het haar heeft losse krullen. Je hoeft deze vacht niet te knippen
( kan wel)
Voor beide vachttypes geldt, dat ze goed onderhouden moeten worden.
Kleur
Er zijn veel kleuren mogelijk. Het is mogelijk dat de hond aan de poten lichter van kleur is.
Mogelijke kleuren; gebroken wit, crème, café au lait, chocolate, abrikoos, rood, zilver
en zwart.
Een zilveren labradoodle wordt altijd zwart geboren.
Een café au lait wordt
chocolade geboren